Wie gebruikte de term linkse hobby’s het eerst?
AMSTERDAM – PVV-Kamerlid Martin Bosma voelt zich onrecht aangedaan. In een opiniestuk in de Volkskrant hekelde hij donderdag het volgens hem door ‘journalisten, columnisten en kunstbobo’s’ verspreide misverstand dat de PVV kunst een ‘linkse hobby’ zou hebben genoemd. Daar is niets van waar, zegt Bosma: noch Geert Wilders, noch andere PVV’ers hebben dat ooit beweerd.
Of althans, zo verduidelijkt hij telefonisch: ‘Ik durf niet met zekerheid te zeggen dat die uitspraak nooit door ons gedaan is. Maar ik heb hem in ieder geval niet kunnen vinden.’ Hij daagt iedereen uit het tegendeel te bewijzen.
‘(…)
Zijn politieke tegenstanders zullen tegenwerpen dat het wat potsierlijk is dat uitgerekend een partij die spreekt van ‘subsidie-kunstenaars die schilderijen maken die je je ergste vijand nog niet toewenst’ nu de nuance terug wil brengen in het debat.
Maar, zegt Bosma, het is wel degelijk een belangrijk verschil: ‘Wij zijn juist hartstikke voor kunst. We zijn alleen tegen kunstsubsidie. Het lijkt me toch dat volwassen mensen die twee dingen uit elkaar kunnen halen.’
Hoe is het predikaat ‘linkse hobby’ dan ooit in het debat terecht gekomen? Al op 13 januari 1975 kopt het Dagblad van het Noorden: ‘Drs Bolle Middenschool is geen linkse hobby’. VVD’er Geert Dales zag al in 2002 de potentie van de term: ‘We moeten niet langer geld pompen in deze linkse hobby’,
