PERSBERICHT

Kunst en cultuur meer dan slagroom op de taart’

Kijken naar kosten kan niet zonder naar de opbrengsten te kijken

NIJMEGEN, 26 mei 2010 – Volgens onderzoek in opdracht van RTL nieuws
betaalt de gemiddelde Nederlander 100 euro per jaar voor kunst- en
cultuursubsidies. In de verkiezingscampagne menen partijen zoals PVV,
VVD en ChristenUnie dat het wel wat minder kan met deze subsidies.
Een goed bestuurder moet ook naar de opbrengsten kijken, vindt
ruimtelijk economisch onderzoeker Gerard Marlet. In ‘Muziek in de
stad’ laat hij zien dat verkiezingsthema’s als werk, wonen en
innovatie onlosmakelijk verbonden zijn met aanwezigheid van kunst en
cultuur.

Kunst en cultuur zijn volgens Marlet geen hobby van de (linkse) elite of louter de slagroom op de taart.
In het boekje
Muziek
in de stad

laat Gerard Marlet met cijfers onderbouwd zien dat wanneer de
overheid de kunst- en cultuurdobber uitgooit, de (bij)vangst
substantieel is. Werkgelegenheid is een van de opbrengsten van
cultuursubsidies. Volgens Marlet vergroot de aanwezigheid van cultuur
in steden hun aantrekkingskracht. Dit spreekt potentiële bedrijven
en inwoners aan. Anders dan vroeger baseren mensen de keuze voor hun
woonplaats niet meer op de aanwezigheid van hun werkgever in de
directe nabijheid. Werken volgt steeds meer wonen, in plaats van
andersom.

Meer werkgelegenheid
Steden waarin het cultuuraanbod groot is, trekken meer economisch kansrijken
dan steden met een klein cultuuraanbod. De aanwezigheid van een groot
aantal goedopgeleide, creatieve mensen in de bevolking kan volgens
Marlet meerdere
positieve
effecten hebben voor de werkgelegenheid
.
Mensen met meer kennis en vaardigheden zijn productiever en dus
aantrekkelijker voor werkgevers die goedkoop willen produceren.
Mensen met meer kennis en vaardigheden geven meer geld uit in de
plaatselijke horeca en detailhandel en creëren daarmee banen voor
lageropgeleiden. Mensen met meer kennis en vaardigheden zullen ook
eerder een eigen bedrijf vanuit hun huis starten en op die manier
mogelijk banen creëren voor stads- of regiogenoten. Mensen met meer
kennis en vaardigheden passen zich gemakkelijker aan nieuwe
economische omstandigheden aan.

Sociale cohesie, schoolprestaties, innovatie

De aanwezigheid van kunst en cultuur kan ook positieve effecten hebben op de leefbaarheid. Cultuur kan direct leiden tot afname van
leefbaarheidproblemen op wijkniveau. Volgens Marlet is dit onder meer
het gevolg van
meer
sociale cohesie en betere schoolprestaties –

op hun beurt weer het gevolg van het in voldoende mate aanwezig zijn
van kunst en cultuur in steden en regio’s. Marlet benadrukt dat
cultureel aanbod hierbij voldoende is, actieve deelname is niet eens
nodig.

Ook
niet onbelangrijk: kunst en cultuur in steden kunnen (mede) een
klimaat creëren waarin innovatie en kennis gedijen. Cultuur fungeert
als
ontmoetings-
en broedplaats voor nieuwe ideeën
.
Op innovatie en onderwijs mag niet worden bezuinigd, betoogt
VVD-leider Mark Rutte in verschillende debatten. CDA-voorman
Jan-Peter Balkenende spreekt al jaren over
het
belang van Nederland als kenniseconomie

en hamert daarbij op het belang van innovatie.

Over de auteur

Dr. Gerard Marlet
(Driebergen-Rijsenburg, 12 juli 1970) is directeur van het
ruimtelijk-economisch onderzoeksinstituut
Atlas
voor gemeenten
.
Daar houdt hij zich bezig met onderzoek naar het wel en wee van
Nederlandse wijken, steden en regio’s. Marlet is tevens verbonden
aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij Nederlandse toepassingen
bedenkt van de denkbeelden van Nobelprijswinnaar Paul Krugman. Marlet
is auteur van het veelgeprezen
De
aantrekkelijke stad

(2009) en verzorgt jaarlijks de
Atlas
voor Gemeenten
.
Thema
2010: bevolkingskrimp.


Muziek in de stad, omvang 55 pag., winkelprijs € 14,95.
ISBN: 978-90-79812-05-9.
www.voc-uitgevers.nl.